CONGRES  
Cool and Comfort 74 – september 2017

Refrigeration 2030: een blik op de commerciële koeling van morgen

Op 17 mei organiseerden de certificeringsinstelling Eurovent en Uniclima, de vereniging van de Franse HVAC-industrie, het evenement Refrigeration 2030 in Parijs. Het doel was om toekomstige ontwikkelingen in commerciële koeling, proceskoeling en koude keten in voeding te bespreken. Ook deze sector staat voor een dubbele uitdaging in het kader van de transitie naar een koolstofarme maatschappij. Door de F-gassenverordening moet er enerzijds overgeschakeld worden op koelmiddelen met een laag GWP, terwijl tegelijk de energie-efficiënte moet stijgen. Het evenement trok een 70-tal vertegenwoordigers van bedrijven en sectororganisaties aan, die volop stof tot discussie hadden.

Op naar 2030

In de ochtendsessie werd ingegaan op de technische oplossingen voor koeling in 2030. De eerste spreker was Denis Clodic (EREIE). Hij had het over het wettelijk kader en het beleid van de EU in het bijzonder. De phase down van HFK’s zal een doorslaggevende factor zijn in de komende ontwikkelingen. Welke koelmiddelen nu precies gebruikt zullen worden, is nog niet helemaal duidelijk, maar er zijn al enkele trends te zien. Als vervanging voor R404A en R22, komen vooral R32 en de HFO’s in aanmerking. Op het vlak van commerciële koeling is er een sterke beweging in de richting van natuurlijke koelmiddelen, in de eerste plaats CO2.

Als complicerende factor citeerde Denis Clodic de snelheid van technologie-overdracht. Pas wanneer de geldigheidsduur van patenten verloopt, groeien de mogelijkheden om technieken te verspreiden. Een grote onbekende is ook de situatie op de wereldmarkt. Europa heeft haar eigen kalender voor de overschakeling op laag-GWP koelmiddelen, maar in andere delen van de wereld zijn die termijnen heel anders. We moeten ervoor opletten dat er geen clandestiene koelmiddelstromen ontstaan tussen verschillende markten.

Laurent Petiot (Jacir), tevens voorzitter van de Eurovent productgroep Evaporative Cooling Equipment, behandelde de voordelen van evaporatieve koeling. Het bijkomend koelvermogen door gebruik te maken van verdamping biedt vele interessante mogelijkheden. De koeltorensector is getroffen door ecodesign in de vorm van prestatie-eisen voor ventilatoren. De fabrikanten spelen daarop in door nu al gebruik te maken van ventilatormotoren met energieklasse IE4. De nieuwe generatie koeltorens biedt een hoog vermogen op compacte afmetingen, en werkt geluidsarm en grotendeels zonder stoompluim.

Pierre Crevat (UTC-CCS) ging in op de bedrijfskosten voor chillers. Hier zal ecodesign een beslissende rol spelen. Een belangrijke wijziging is dat aanduidingen zoals COP en EER tot het verleden behoren. In plaats van naar de prestaties te kijken onder ontwerpomstandigheden, zullen toestellen beoordeeld worden op hun seizoensefficiëntie, uitgedrukt als SEER voor comfortkoeling en SEPR voor proceskoeling. Hij voorzag ook een grotere rol voor warmtepompwerking. Warmte mag niet langer gezien worden als een afvalproduct, maar moet zoveel mogelijk worden gevaloriseerd, en daar zijn warmtepompen de aangewezen techniek voor.

Yann Quinquenpois (Daikin) ging verder op deze gedachte en stelde de praktijkresultaten van geïntegreerde systemen voor koelen en verwarmen op R410A voor. Voor winkels tot 1.000 m2 is dat een erg efficiënte oplossing, en is bovendien eenvoudig in concept en uitvoering.

Een van de conclusies van het afsluitende panelgesprek was dan ook we af moeten van het idee om warmte zo snel mogelijk af te voeren. Warmte is geen afvalproduct maar een grondstof die gevaloriseerd moet worden. Daarvoor moeten niet alleen technieken ontwikkeld worden, maar ook een passend commercieel model om afvalwarmte tot een bron van inkomsten te maken.

De supermarkt van 2030

De namiddagsessie was gewijd aan de technische oplossingen voor de supermarkt van 2030. Een reeks vertegenwoordigers van fabrikanten stelde hier telkens zijn specialiteit voor.

Francesco Mastrapasqua (EPTA) stelde een transkritisch CO2-systeem voor. Het grote voordeel van dit systeem is dat het in alle klimaten kan werken. De beruchte CO2-evenaar behoort daarmee tot het verleden.

Frédéric Guy (Tecumseh) legde uit hoe de compressorfabrikant de beperkingen op koelmiddelen zag als een stimulans voor technische vooruitgang. De nieuwe versie van EN378 laat een inhoud van 1,7 kg brandbaar koelmiddel toe voor gesloten systemen. In dit bereik ziet Tecumseh dan ook propaan (R290) als het langetermijnvervangmiddel van R404A. Dat heeft een duidelijk lager GWP en levert bovendien nog een energiewinst tot 19% op.

Karsten Fuchs (ebm-papst) toonde de mogelijkheden van regelbare ventilatoren. Monitoring wordt een steeds belangrijkere factor in het realiseren van hoogrendementsinstallaties. Door een constante sturing van de ventilatie kan men een gelijkmatige temperatuur garanderen. In geval van problemen in een ventilatorbatterij kan men ook enkele ventilatoren sneller laten draaien om het defecte toestel op te vangen.

Pontus Grimberg (Frico) ging in op de voordelen qua hygiëne, onderhoud en energiebesparing door luchtgordijnen in koelruimtes. Ze zorgen voor een efficiënte thermische scheiding, terwijl het personeel vlot in en uit kan. Bovendien zullen koelelementen minder aanvriezen, zodat er minder ontdooicycli nodig zijn. De nieuwe generatie energiezuinige ventilatoren biedt ook hier rendementswinsten.

Het laatste woord was voor Franck Charton, voorzitter van de Franse vereniging van kleinhandelaars. Hij gaf enkele trends aan in de ontwikkeling van supermarkten. Zo zullen winkels kleiner worden, maar het aandeel van verse producten in het assortiment zal stijgen, wat op zijn beurt een nieuwe koelbehoefte doet ontstaan. In Frankrijk groeit de aandacht voor indirecte watervoerende systemen. Voor grotere supermarkten wordt CO2 ongetwijfeld de nieuwe standaard. Voor kleinere is de toestand minder duidelijk: misschien worden het indirecte systemen, of natuurlijke koelmiddelen zoals CO2 of propaan. Wat dat laatste betreft, wekte Franck Charton opzien met de uitspraak dat er in Frankrijk binnenkort ladingen tot 1,5 kg propaan zullen worden toegelaten. Hoewel de vertegenwoordigers van de installatiesector uiterst afwijzend reageerden, verzekerde Franck Charton dat dergelijke systemen al zes jaar lang in werking waren in Groot-Brittannië, tot nu toe tot ieders tevredenheid.

De algemene conclusie was dat de sector voor grote technische aanpassingen staat, maar dat de passende oplossingen beschikbaar zijn.

Door Alex Baumans

Foto’s: Eurovent

www.eurovent-certification.com